facetdenervatie

Uitschakelen van de facetzenuw, bij pijnlijke facetgewrichten

Facetgewrichten zijn de steungewrichtjes tussen twee opeenvolgende wervels. We vinden ze aan de linker- en rechterkant van elk gewricht. De facetgewrichten maken niet alleen bewegingen mogelijk. De belangrijkste functie is het beperken van bewegingen in de wervelkolom, ze geleiden de bewegingen van de wervelkolom. Facetgewrichten vinden we door de hele wervelkolom, van de tweede nekwervel, tot aan de eerste stuitwervel.

Door verschillende oorzaken kunnen de facetgewrichten pijn gaan doen. Dit noemen we een facetsyndroom. Deze pijnen kunnen in de hele wervelkolom voorkomen. Meestal is er sprake van een facetsyndroom van de wervels in de nek, of in de lage rug. Dit zijn de meest beweeglijke delen van de wervelkolom.

De twee meest voorkomende oorzaken van het facetsyndroom zijn artrose (slijtage) en beschadigingen van het facetgewricht na een ongeval. De gewrichten bewegen niet meer soepel over elkaar en worden pijnlijk.

Er ontstaat dan pijn over het aangedane deel van de wervelkolom. Meestal dus nekpijn of rugpijn. Het betreft een doffe pijn die ook kan uitstralen. Een facetsyndroom in de lage rug gaat vaak samen met uitstraling naar billen of benen. Als de nekwervels zijn aangedaan is er vaak sprake van hoofdpijn of schouderpijn.

Pijn door een facetsyndroom kan worden behandeld met ontsteking remmende pijnstillers of een facetdenervatie. Ook kan met fysiotherapie gewerkt worden aan versteviging van specifieke spiergroepen. Hierdoor krijgt het pijnlijke deel van de wervelkolom meer steun. De facetgewrichten worden dan minder belast.

Het meest effectief is waarschijnlijk een combinatie van pijnstilling en fysiotherapie. Zeker bij relatief jonge patiënten. De spierversterkende oefeningen zijn vaak pas mogelijk als de pijn minder is.

De pijnspecialist kan bij pijn vanuit de facetgewrichten een facetdenervatie verrichten. De pijn vanuit het facetgewicht wordt via de facetzenuw voortgeleid. Dit is een gevoelszenuw, die geen spieren bestuurt. Bij een facetdenervatie wordt de geleiding van de pijnprikkels via de facetzenuw geblokkeerd.

Behandeling van de facetgewrichten van de nekwervels vindt in rugligging plaats. Behandeling van de facetgewrichten van de borst-, lende- en stuitwervels gebeurt in buikligging.
Eerst wordt de huid ontsmet en verdoofd. Vervolgens wordt een naaldje precies op de plaats gebracht waar de facetzenuw over het facetgewrichtje loopt. De positie van het naaldje wordt met röntgenapparatuur in twee richtingen gecontroleerd. Als de naald op de röntgenfoto’s in de juiste positie staat, wordt er met twee verschillende types stroom een controle uitgevoerd.

Eerst met een snel gepulseerde stroom, hiermee kunnen we gevoelszenuwen, zoals de facetzenuw stimuleren. Het voltage van de teststroom wordt langzaam opgevoerd, tot de patiënt een verandering voelt. Het voltage waarbij de verandering wordt gevoeld, geeft aan hoe dicht het naaldje zich bij de facetzenuw bevindt.

Dan volgt een laatste controle met een langzaam gepulseerde stroom, hiermee kunnen we de motorische zenuwen stimuleren. Dit zijn de zenuwen die de spieren besturen, zoals de hoofdzenuwen naar armen en benen. Die willen we natuurlijk niet beschadigen bij de behandeling. Bij deze vorm van stimulatie kan de patient zachte “klopjes” voelen. De pijnspecialist kijkt hierbij of er geen bewegingen zijn in armen (nek) of benen (rug). Door deze controle weken we zeker dat het naaldje ver genoeg van motorische zenuwen verwijderd is, zodat deze niet beschadigd worden.

Als we zeker weten dat het naaldje zich op de juiste plek bevindt, wordt de facetzenuw verdoofd. Vervolgens wordt het naaldje één minuut lang verwarmd tot 80 graden. Hierbij ontstaat een “littekentje” in de zenuw. De pijnbaan wordt onderbroken en worden er minder pijnprikkels vanuit het facetgewricht doorgegeven.

In de uren na de behandeling kunnen armen (nek) of benen (rug) verdoofd zijn. Na de behandeling kan er enkele dagen napijn zijn. Meestal duurt het een paar weken voor de behandeling goed resultaat heeft. Complicaties zijn zeldzaam bij een facetdenervatie. Zeer zeldzaam kan er een bloeding of een infectie ontstaan.